8 MAART 1976 395 parkeergarages wel degelijk de stichting toont dat duidelijk aan in de buurt van de singels kunnen worden gelocaliseerd. De stichting laat zien dat er bijvoorbeeld door gebruikmaking van platformbussen elegantere oplossingen kunnen wor den gevonden. Wij bevinden ons in een fase waarin de inspraak nog op gang is, waarin de parkeernota en het verkeerscirculatieplan niet bekend zijn en waarin het rijk laat weten dat het aantal parkeer terreinen wellicht wat ruim is bemeten. In een dergelijke fase moeten wij naar de mening van onze fracties geen principebeslissingen tot de bouw van zes a zeven parkeergarages gaan nemen. Wij stellen het college voor de voorstellen die betrekking hebben op parkeergarages, voorlopig terug te nemen. B. en w. zouden dan de bestaande situatie vooralsnog moeten handhaven en snel met een parkeernota moeten komen, op basis waarvan wij gezamenlijk kunnen bepalen wat het beste is. Mis schien wordt dan toch voor de terreinen die verder van de city af liggen gekozen, aangezien het lopen van daar uit via de "assen" de middenstand aan die "assen" plezier kan geven. Een wandeling langs de Haagdijk of de Boschstraat kan mogelijkerwijs geen kwaad; de heer Lambregts kan het college daar uit stekend over inlichten. Een tweede koekoeksei wordt gevormd door men kan in de diverse rapporten verschillende cij fers lezen 100.000, 120.000 of 90.000 m kan tooroppervlak. Naar ons gevoel is het college een beleid aan het voeren waarin de kantoren een zeer hoge prioriteit krijgen, zowel met betrekking tot de werkgelegenheid in de gehele stad als met be trekking tot de nieuwe plaatsen in de binnenstad. Aan de hand van cijfers uit het verleden wordt aan getoond dat kantoren wellicht een redelijke uit breiding van het aantal arbeidsplaatsen in zich dragen. Wij krijgen echter langzamerhand de indruk dat men wat te veel op deze kantoren gokt. Er wor den in de stad ongelooflijk grote ruimten gereser veerd, ook voor grootschalige kantoren, die zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 395