8 MAART 1976
398
aanwezigen hun standpunt ten aanzien van de amen
dementen reeds zullen hebben bepaald. Ik hoop dat
dit standpunt zeer positief zal blijken te zijn.
De VOORZITTER: Ik geloof dat wij er alle
maal aan toe zijn een half uurtje te pauzeren. Na
de pauze zullen twee sprekers van de V.V.D. aan
het woord komen. Ik schors de vergadering.
PAUZE
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
De heer TEN WOLDE: Er staat een schaaltje
met suikerhartjes op het spreekgestoelte. Ik ge
loof dat ik mijn hart kan ophalen!
De raadsleden hebben de gelegenheid gehad
in de commissies detailopmerkingen over het bin
nenstadsplan te maken. Ik kan mijn betoog dan ook
vrij kort houden. Het publiek kan ik verzekeren
dat van de kant van onze fracties slechts door
twee sprekers het woord zal worden gevoerd, zodat
wij binnenkort de reactie van het college op de
in deze vergadering gemaakte opmerkingen zullen
kunnen horen.
Enkele aspecten zou ik in het bijzonder
onder de loep willen nemen, teneinde na te gaan
hoe allerlei collegevoorstellen in de door diver
se partijen bepleite structuren kunnen worden in
gepast. Ik kan constateren dat er in onze binnen
stad sprake is van enkele hoofdfuncties. Twee
hoofdelementen zijn de woonfunctie en de verkeers
functie, die van belang zijn in verband met het
versterken van het leefklimaat in de binnenstad.
In het collegevoorstel tref ik uitgangspunten
aan, die gericht zijn op het versterken van de
condities voor de woonfunctie. Men wil negatieve
aspecten zoals de verkeersinvloeden in de woon
wijken verminderen en men wil parkeercondities in
onze binnenstad scheppen.
Voordat ik nu op de parkeersituatie en de
verkeerscirculatie inga, zou ik nog iets over de
woonfunctie in onze binnenstad willen zeggen.