8 MAART 1976 399 Zoals ik tijdens de algemene beschouwingen al heb gezegd acht de V.V.D. versterking van de woonfunc tie vooral gewenst in het gebied tussen de har 3e stadskern en de singels. Uit de voorstellen blijkt dat b. en w. in dit gebied condities willen scheppen om de woonfunctie te versterken. Men dient mijns inziens ook de heer Crul heeft daarover gesproken de woonfunctie af te wegen tegen andere functies die eveneens in het gebied thuishoren. Ik wil hiermee nog eens aangeven dat het in de raad een gemeenschappelijke gedachte is dat de woonfunctie moet worden versterkt op de plaatsen waar dat noodzakelijk is; afgezien daar van zijn er enkele nuanceverschillen. De heer Crul heeft gezegd dat C.D.A. en V.V.D. weliswaar de woonfunctie willen versterken maar tevens de nadruk willen leggen op alle aanwezige verzakelijkingsmogelijkheden; zijns inziens wordt op die manier het uitgangspunt van het beleid on dergraven. Ik heb wel eens gedacht dat wij alleen stonden in onze denkbeelden over menging van ver schillende functies, aangepast aan het stadsni- veau en aan de kleinschaligheid van de binnenstad. Het kwam verleden week in de commissievergadering tot zeer emotionele reacties toen van onze kant een opmerking over het Spoorbuurtcomité werd ge maakt. In dit verband voel ik mij gesterkt door een brief waaruit duidelijk blijkt dat enkele be woners van de Spoorbuurt gelukkig zijn met het gewijzigde collegevoorstel. Deze bewoners achten een uitgangspunt voor het scheppen van een nieuw leefklimaat in het gebied aanwezig. Ik zou iets uit deze brief willen aanhalen om een geheel ander standpunt uit de bevolking te laten horen. Wij hebben een brief van enkele bewoners van de Spoorbuurt ontvangen waarin zij de V.V.D.- fractie laten weten dat zij het niet geheel eens zijn met de brief van 4 maart j.l. van het Spoor buurtcomité. Voornoemde bewoners geven te kennen dat zij erg blij zijn met het terugdringen van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 399