8 MAART 1976
401
op het ogenblik reeds een directe relatie met de
woonwijken is. De fracties van P.v.d.A. en P.P.R.
beweren dat de Hoge Vucht van de binnenstad geï
soleerd is, maar bij deze bewering rijzen mij de
haren te berge. De Hoge Vucht is immers nu juist
een woonwijk met een mooie, kaarsrechte relatie
met de binnenstad waarvoor een hoogspoor is aan
gelegd. Moeten wij dan toch nog opmerkingen in
casseren die inhouden dat de Hoge Vucht te weinig
mogelijkheden heeft om een relatie met de binnen
stad te zoeken, waarbij men zelfs over het visu
ele aspect van het hoogspoor spreekt? Wij kunnen
vaststellen dat het hoogspoor een financiële last
op de schouders van de gemeente legt, maar de
aanleg ervan wijst uit dat men in de jaren
'60 een visie had waarmee men vooruit liep op de
toekomst die wij nu beleven. Het was juist de be
doeling een relatie tussen de Hoge Vucht en de
binnenstad te leggen. Nu wordt beweerd dat er nog
meer verbindingen met de binnenstad tot stand
zouden moeten komen. Daartoe hadden er nog meer
viaducten en tunnels moeten worden aangelegd, zo
dat de financiële last nog veel zwaarder zou zijn
geweest. Dit soort opmerkingen wil ik kwalifice
ren als stokerij en stemmingmakerijmeer wil ik
er niet over zeggen.
Over de woonfunctieversterking zelf is eigen
lijk heel weinig gezegd. Men kan prachtige plan
nen maken voor plaatsen waar de mogelijkheid tot
versterking van de woonfunctie aanwezig is, maar
men zal ook de externe condities moeten verster
ken. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de
groenvoorzieningen in de ring om de binnenstad.
Op dit punt wil ik speciaal ingaan omdat ik in
mijn inleiding heb gezegd dat wij de militaire
terreinen een gedeelde functie willen geven. Ge
deeltelijk kan wellicht worden voldaan aan de
wens van de regering op het gebied van de situe
ring van de onderwijsfunctie. Daarnaast kan mis
schien worden voldaan aan de wens van de gemeente
dat ook op deze plaatsen de woonfunctie wordt