8 MAART 1976
408
tijd met vernieuwing bezighoudt en gevoel.heeft
voor de gezelligheidsaspecten van de binnenstad.
De gemeente moet ervoor zorgen dat de belevings
waarde van de binnenstad wordt vergroot, hetgeen
niet alleen mogelijk is door een woonfunctie in
te vullen op elke plaats waar op dit ogenblik een
functie aanwezig is waaraan zeer veel mensen uit
Breda en uit onze regio kunnen genieten.
De heer VAN ASSELDONK: Ik ben door mijn
partij "ingehuurd" om de kwestie van de Maxis-
vestiging vanuit mijn standpunt en mijn kennis te
bespreken. Ik zie dat de heer Van Dun op zijn
horloge kijkt: ik zal het niet te lang maken.
Voordat ik in de Bredase gemeenteraad
kwam, heb ik eens een gesprek gehad met een voor
al in middenstandskringen zeer gewaardeerd K.V.P.
-raadslid, namelijk de heer Van Caulil. Hij heeft
mij er toen op gewezen dat het er niet toe doet
van welke partij men als middenstander deel uit
maakt, als men op bepaalde ogenblikken maar voor
de middenstand durft op te komen, als men de be
langen van de middenstand maar niet vergeet en
als men zijn afkomst maar niet verloochent. Het
betoog van de heer Lambregts heeft tot mijn vreug
de uitgewezen dat die intentie van de heer Van
Caulil ook op de opvolgers in het C.D.A. is over
gebracht. Ik wil dan ook het woord voeren over
het voorstel nr.46: "Beslissing ten aanzien van
bestemming (maxis/woningen) voor terrein Kloos-
terlaan/Kloosterplein/Pasbaan uitstellen," welke
uitspraak als een intentieverklaring moet worden
beschouwd.
Mijn waarnemend fractievoorzitter de
heer Ten Wolde heeft in zijn algemene beschouwin
gen gezegd dat het onverantwoord is reeds nu een
definitieve beslissing over een eventuele Maxis-
vestiging te nemen. Daarover verschil ik met hem
en andere fractieleden van mening, hetgeen mijns
inziens mogelijk moet zijn. Mijn vraag is name
lijk: wil de Bredase gemeenteraad nu echt een Ma-