8 MAART 1976 410 benodigde procedures zou, als wij een daartoe strekkend besluit zouden nemen, een Maxis-vesti- ging op zijn vroegst over drie en een half jaar kunnen worden geopend. Ik wijs erop omdat als zwaard van Damo cles steeds de volgende vraag boven onze hoofden hangt: wat zijn de consequenties voor Breda als de Maxis naar een randgemeente gaat? Eén van de consequenties is dan natuurlijk dat wij het hoge bedrag dat de Bijenkorf, naar ik indertijd heb horen verluiden, voor de grond over heeft, niet zullen ontvangen. Gaat de Maxis werkelijk naar een andere stad? Heeft het college dit zwart op wit? Ik geloof er niets van. Ik moet de Westbra bantse gemeente nog zien die een Maxis-vestiging binnen haar grenzen durft te nemen, vooral nu de resultaten van Muiden bekend zijn. Voorts wijs ik erop dat de Maxis in Tilburg is afgewezen. Ik baseer mijn veronderstelling dat de Maxis niet zo gauw naar een andere gemeente in West-Brabant zal uitwijken op de volgende overwe gingen. Indien men naar een andere gemeente zou willen uitwijken, had er ten eerste al lang een Maxis-vestiging in een andere gemeente gestaan. In de tweede plaats wijs ik op een artikel in Intermediair van 19 oktober 1973 van de hand van de heer Hogendoorn, reeds sedert 1962 hoofd van het bureau marketing research van de Koninklijke Bijenkorf Beheer te Amsterdam. Het voert te ver uitgebreid op dit artikel in te gaan, maar het is aardig te weten dat hij in verband met supersto res over "one-stop-shopping" spreekt, hetgeen vrij vertaald zou kunnen betekenen: alles ineens in één winkel. Het is mij bekend dat het apparaat van de Koninklijke Bijenkorf Beheer met zich mee brengt dat men wat vestiging betreft niet over één nacht ijs gaat. Ik ben ervan overtuigd dat men al lang op basis van onderzoek tot de conclusie is gekomen dat een vestiging in West-Brabant in Breda tot stand moet komen. Het gaat immers om een omzet van 50 tot 60 miljoen per jaar, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 410