8 MAART 1976
426
een Maxis en anderzijds interessante ontwikkelin
gen in de enge binnenstad van Breda ik noem
het Zuid, de Torenpassage en de Houtmarkt dan
geven wij op dit ogenblik aan laatstgenoemde ont
wikkelingen de voorkeur. Dit hoeft niet met zich
mee te brengen dat een Maxis-vestiging in een la
ter stadium wèl aanvaardbaar is.
Op het rapport van de sociografische
dienst is de kritiek uitgeoefend dat er te veel
met veronderstellingen zou worden gewerkt. In dit
verband menen b. en w. dat de raad verstandig
moet zijn en de sociografische dienst de kans
moet geven om alsnog een distributie-planologisch
onderzoek met een duur woord: koopkrachtoriën-
tatieonderzoek uit te voeren, zodat de resul
taten daarvan kunnen worden afgewacht. Ik voel
mij persoonlijk in deze filosofie thuis. Ik heb
begrip voor de raadsleden die hebben bepleit de
knoop nu maar ineens door te hakken. Aan de ande
re kant moet ik erop wijzen dat wij vanavond geen
beslissingen moeten nemen waarvan wij misschien
later spijt hebben. Wellicht zou men, na vanavond
een bepaalde beslissing te hebben genomen, achter
af tot de conclusie komen dat deze anders zou
zijn uitgevallen als men bepaalde dingen reeds
had geweten. Mede met het oog op een wellicht ko
mend provinciaal beleid lijkt het mij goed de be
slissing op termijn te stellen totdat wij meer
inzicht in de materie hebben.
Bij het concept-besluit met betrekking
tot de Maxis zijn twee moties ingediend. In de
motie van de V.V.D. wordt geconstateerd dat er
nog geen beslissing kan worden genomen en wordt
bepleit bij het onderzoek het effect van een Ma
xis-vestiging op wijk- en buurtwinkelcentra te
betrekken. Ik kan mededelen dat het college met
deze motie geen moeite heeft.
Ook de heer Van Banning van de C.D.A.-
fractie heeft een motie ingediend. Hij heeft ge
zegd dat de meerderheid van zijn fractie met het
voorstel van het college akkoord kan gaan, mits