8 MAART 1976
427
er een onderzoek wordt ingesteld naar de mogelijk
heden tot woningbouw op de eventuele vestigings
plaats van Maxis. In antwoord hierop kan ik zeggen
dat het college bereid is zulk een onderzoek te
doen instellen. Op basis van de resultaten van dat
onderzoek, alsmede aan de hand van de resultaten
van het in te stellen distributie-planologisch on
derzoek kan dan een beslissing worden genomen.
Door vele raadsleden is ingegaan op de e-
ventuele vestiging van een hotel die in voorstel
nr. 47 aan de orde komt. Wij hebben naar ik meen
terecht de indruk gewekt dat er in Breda behoefte
is aan een hotel in de binnenstad dat kwalitatief
een redelijk hoge waarde heeft. Een mededeling van
het laatste ogenblik ik hoop dat de heer Bec
kers daar geen bezwaar tegen heeft is dat de
V.V.V. niet de V.V.D.! vanmiddag nog heeft
laten weten dat zij van mening is dat er zowel in
de binnenstad als in de buitenwijken van Breda een
kwalitatief hoogstaand hotel moet worden gecreëerd.
Met het door de heer Lambregts op voorstel
nr. 47 ingediende amendement heb ik geen moeite.
Ik neem aan dat dit ook aansluit op de bedoelingen
die de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. in dezen
hebben. Men kan ervan uitgaan dat in voorstel nr.
47 een streven van het college wordt geformuleerd;
bij verwezenlijking zal een en ander door gebleken
behoeften moeten worden ondersteund.
Ik kom toe aan een wandeling door het al
ternatief rapport van P.v.d.A./P.P.R. Allereerst
wil ik ik kan het niet laten de volgende op
merking maken. De heer Brjzexïers en ik verwijten
elkaar nogal eens allerlei formele en informele
dingen, maar in ieder geval meen ik dat het juist
is dat ik in de commissies het werk door de ambte
naren laat doen. Naar aanleiding van een interrup
tie is deze kwestie overigens naar ik meen gere
dresseerd. Wanneer beleidszaken aan de orde zijn,
mag ik mijns inziens in commissies terecht opmer
kingen maken; wanneer er technische toelichtingen
moeten worden verstrekt, kunnen ambtenaren de