42
19 JANUARI 1976
hetgeen in Breda bestond en geen beweging in de
richting van hetgeen zou moeten gaan bestaan. Ten
tweede krijgen in het preadvies experimenten in het
cultuurgebeuren duidelijk de aandacht. Ten derde
ontstaan op onderdelen goede ontwikkelingen, zoals
bijvoorbeeld de instelling van een artotheek. Over
de besluitvorming zal straks Jan Oomen nog opmerkin
gen maken.
De progressieve fracties kunnen met deze noti
ties niet meegaan en wel om de volgende reden. Zowel
met betrekking tot de doelstelling als ten aanzien
van de uitgangspunten en de concretisering van de
prioriteiten moeten wij deze notities afwijzen qp
grond van de overweging dat wij er onze maatschap
pijvisie niet in terugvinden en dat er geen aan
dacht voor de zwakkere groepen in de samenleving uit
af te leiden valt. De notities lopen achter de ont
wikkelingen aan; het beleid van 1968 wordt herhaald
en past helaas niet in het landelijk welzijnsbeleid.
De heer OOMEN: Ik zal de raad moeten vervelen
met een aantal details. Dit had ik met mijn orde
voorstel willen voorkomen, maar dat is niet gelukt.
Ik zou willen ingaan op de onderdelen 3, 4 en 5
van het preadvies, maar allereerst wil ik een alge
mene opmerking maken. Ik zou een beroep op het col
lege willen doen, waaraan dan vanavond door de af
wijzing van het ordevoorstel niet kan worden vol
daan maar dat misschien een punt van overweging bij
volgende voorstellen kan zijn. Ik ben maar een een
voudig raadslid en ik meen dat het voor negenender
tig raadsleden belangrijk is dat zij de zaken goed
kunnen bestuderen. Nu zit ik toevallig in de commis
sie voor culturele zaken, zodat ik de gang van za
ken sinds september heb kunnen volgen en regelmatig
vergaderingen van de commissie over dit onderwerp
heb kunnen bijwonen, met alle positieve en negatie
ve aspecten die daaraan verbonden waren. Andere le
den van de raad hebben deze gelegenheid evenwel niet
gehad, doordat zij geen zitting in de commissie heb
ben. Als in de toekomst een onderwerp aan de orde