8 MAART 1976 436 verkeer zo veel mogelijk wil bevorderen maar hoe hij dit wil doen komt er eigenlijk niet helemaal uit. De heer Brummelkamp heeft gezegd tegen alle parkeergarages te zijn. Hij heeft echter niet gezegd waar naar zijn mening parkeren dan wèl nog mogelijk zal zijn. Dit lijkt mij niet juist, tenzij ik moet begrijpen dat hij al het parkeren wil verbieden en op die manier de stad althans naar mijn mening dood wil maken. Misschien kan hier nog enig antwoord op komen. Ook de heer Welschen heeft duidelijk laten merken dat hij tegen parkeergarages is. In eerste ter mijn heb ik grote parkeerconcentraties afgewezen, omdat ik van mening ben dat het spreiden van niet te grote eenheden van parkeermogelijkheden zou kunnen worden verbonden met het spreekwoord "ver deel en heers": juist door de spreiding kan men de gang van zaken beter in de hand houden. De heer LAMBREGTSHet zal duidelijk zijn dat ik naar aanleiding van de reactie van de wethouder nog op de Maxis-superstore moet ingaan. De wethouder is op enkele problemen, die ik met betrekking tot de Maxis-vestiging meen te heb ben geschilderd, niet erg diep ingegaan. Ik heb daar begrip voor, want in het verleden hebben wij over dit onderwerp vaak "gestoeid". Aan de ande re kant roepen de opmerkingen die hij heeft ge maakt bij mij enkele reacties op. Ik denk hierbij vooral aan hetgeen de wethouder over een Maxis- vestiging in het Westbrabantse heeft gezegd. In dit verband grijp ik terug op het E.T.I.N.-rap port, dat ik al eerder ten tonele heb gevoerd, toen ik sprak over de mogelijke zuigkracht van een Maxis-vestiging op enkele kilometers afstand van Breda. Het zal duidelijk zijn dat het mij persoonlijk geen angst zal inboezemen wanneer men toch pogingen zal ondernemen om een Maxisbedrijf in West-Brabant te vestigen. Ik weet dat het E.T. I.N.-rapport op schattingen is gebaseerd, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 436