8 MAART 1976
441
is ons standpunt dat wij op dit ogenblik niet met
het voorstel akkoord gaan. Wij vinden dat de sec
toren 6 en 7 uitermate geschikte wijken zijn om de
menging van wonen en wat daar allemaal mee samen
hangt tot stand brengen. Over het parkeren heeft
de heer Welschen het volgende gezegd: nu het par-
keerplan nog niet bekend is en het verkeerscircu
latieplan nog niet is opgesteld, moet men niets
veranderen; wèl moet men door middel van het par-
keerplan en het verkeersplan duidelijk aangeven
waar men in de toekomst naartoe wil. Ook moet men
aangeven dat de sectoren 6 en 7 geschikt zijn om
er weer woonwijken van te maken, met de menging
die daarvoor nodig is.
Vervolgens wil ik iets opmerken waarmee ik
wellicht de woorden van de Beckers enigszins her
haal. Ik vind dat wij elkaar niet moeten beduvelen
maar als ik wethouder Van Dun aanhoor het geldt
ook wel enigszins voor de heer Geene heb ik de
indruk dat dat toch een beetje aan het gebeuren
is. Hun uitlatingen doen mij denken aan de heer
Andriessen, die soms zegt: "De P.v.d.A. en P.P.R.
vind ik wel leuk maar de V.V.D. staat mij nog niet
aan." In deze trant moeten wij mijns inziens over
deze belangrijke materie niet met elkaar spreken.
Als men op dit ogenblik aangeeft dat de uitgangs
punten van 1974 nog onverkort gelden, kan men
mijns inziens niet zeggen dat er met betrekking
tot het inrichten van de binnenstad geen belang
rijke verschillen van opvatting zijn. Dergelijke
verschillen van opvatting zijn er namelijk wel,
zoals de wethouder van openbare werken op bepaalde
ogenblikken ook wel heeft gezegd. Er zijn ver
schillen van opvatting omdat er een belangrijke
keuze voor grote gebieden van de binnenstad moet
worden gedaan. Als men de uitgangspunten en be
sluiten van 1974 nog laat gelden, heeft de woon
functie weinig kansen; ik vind dat het college en
de V.V.D.-en C.D.A.-fractie dat moeten erkennen.
Op bepaalde ogenblikken wordt gezegd dat men door
de inspraak is gaan betwijfelen of men de uitgangs-