8 MAART 1976 448 Door andere sprekers is er reeds op gewezen dat wij volstrekt niet van de wethouder hebben gehoord wat hij van onze amendementen 8-a t/m 8-1 vindt. Als ik hem goed heb begrepen, is hij het er in zekere zin wel mee eens, maar hij heeft zich daarover niet duidelijk uitgesproken. De heer BRUMMELKAMPNaar aanleiding van het voorstel om op het terrein van de voorma lige kathedraal een parkeergarage te vestigen heb ik een uitspraak over de vestiging van parkeerga rages gedaan, die naar ik meen niet geheel duide lijk is geweest. Het is altijd moeilijk als er over een dergelijk punt enige verdeeldheid ih de fracties is. De meerderheid van onze fracties wijst op dit ogenblik alle parkeergarages af; dit wil zeggen dat er een minderheid is die daar an ders over denkt. Unaniem wijzen onze fracties een parkeergarage op de plaats van de voormalige ka thedraal af. Deze medédeling is in het bijzonder voor de heer Ten Wolde bedoeld. De heer Van Duijl heeft gevraagd waar wij de auto's dan wèl willen laten. Welnu, wij stellen in de eerste plaats andere vervoerssyste men voorVoorts proberen wij aan te geven hoe de verplaatsingsbehoefte kan worden verminderd. Men kan bovendien de bestaande parkeerplaatsen beter benutten; in dit verband wijs ik op het Chassé- veld en op de huidige parkeergarage. Daarnaast heb ik aangegeven dat wij naar parkeergelegenheid op het Kwatta-terrein willen streven, niet in de vorm van een parkeergarage maar door het terrein tijdelijk alvast in gebruik te nemen als gelijk vloerse parkeerruimte, evenals op het Chasséveld. De heer Lambregts heeft iets over de parkeergelegenheid op het terrein Beyerd-Vlaszak gezegd. Daarover doen wij eigenlijk geen duide lijke uitspraak; wij geven alleen aan dat wij daar geen Maxis-vestiging willen hebben. Onze fracties voelen veel voor een woonfunctie op deze plaats, maar daarover vragen wij vanavond geen uitspraak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 448