44
19 JANUARI 1976
doeld die voorkomen in de notities en het preadvies.
Wij betreuren het dat hieraan niet wat concreter
vorm is gegeven. Ik zou de wethouder willen vragen
of van de raad nog een concreet besluit in dezen
zal worden gevraagd, zodat wij kunnen toetsen hoe
een en ander in de praktijk zal worden. Het principe
van een artotheek spreekt ons uiteraard wel aan:
gedachten daarover bestaan bij ons al lang.
Punt 4 van het preadvies betreft het fonds ar
tistieke werken. Zoals wij in diverse commissiever
gaderingen al hebben gezegd onze mening daarover
is nog steeds niet veranderd hebben wij in de
zen veel te weinig informatie, in het bijzonder tot
de oude regeling. Hoewel wij de oude regeling sec
hebben ontvangen, is niet duidelijk geworden waar
om het fonds niet regelmatig is gevoed, wat het
oude saldo van het fonds is en wat er met dat saldo
zal gebeuren. Wij hebben opgemerkt dat deze kwes
tie met de commissie voor openbare werken zou moe
ten worden besproken, omdat zij ook op haar terrein
ligt, maar deze suggestie is afgewezen. Naar onze
mening bevat de voorgestelde regeling een onzeker
heid: voorgesteld wordt elk jaar bij de opstelling
van de begroting na te gaan wat er, als er geen
grond is verkocht, voor het fonds artistieke wer
ken over is. Dit wijst erop dat cultuur ook hier
weer een sluitpost is, waarbij men kijkt of er nog
iets voor leuke cultuurdingetjes overblijft. Onze
opvatting is daarentegen dat cultuur een integre
rend onderdeel van alles is, zodat het mede in de
beschouwingen moet worden betrokken. In dit ver
band wijs ik op de vraag waarop geen antwoord is
gekomen wat in de oude regeling voor het fonds
artistieke werken onder "bouwrijp maken" werd ver
staan en in het bijzonder of slopen ook bouwrijp
maken was.
In punt 4 komt voorts de commissie voor beel
dende kunsten aan de orde, waarvoor een uitvoerige
regeling is geformuleerd. Het opmerkelijke is dat
de commissie tot taak krijgt te adviseren over de