8 MAART 1976
450
een tamelijk belachelijke gang van zaken, -voor
ons zelf en naar buiten toe, ook voor de ambtena
ren. Ik heb het gevoel dat wij de normale volgor
de in acht zouden moeten nemen: wij moeten de
uitvoerige nota bekijken, de filosofie die erin
is neergelegd bestuderen en tenslotte besluiten
of wij al dan niet enkele zeer concrete projecten
zullen uitvoeren. Het is mogelijk dat het college
op grond van de inhoud van de parkeernota van me
ning is een juiste lijn te volgen. Ik kan mij
voorstellen dat de fracties van C.D.A. en V.V.D.
daarvan op de hoogte zijn en de gevolgde lijn ac
cepteren of dat zij er niet van op de hoogte zijn
maar ervan uitgaan dat wat het college doet wèl-
gedaan is: daar lijkt het de laatste jaren wel op.
Wanneer mijn veronderstellingen juist zijn, wer
ken wij in de raad niet zoals het eigenlijk zou
moeten. Onze fracties zouden dan ook nogmaals
willen pleiten voor een vrij normale besluitvor
ming, waarbij eerst allerlei filosofieën worden
bekeken, waarbij de parkeernota bijvoorbeeld in
de raad wordt besproken en waarbij vervolgens en
kele concrete beslissingen worden genomen. Wij
doen derhalve het verzoek de besluiten met be
trekking tot de parkeergarages aan te houden. Wij
zijn niet tegen de aanleg van allerlei parkeer
voorzieningen. Er moeten zeker parkeervoorzienin
gen tot stand komen en wij hebben aangegeven wat
naar ons gevoel bij het parkeren de prioriteit
moet hebben. Dergelijke aspecten kunnen allemaal
in discussie komen maar laten wij in vredesnaam
niet nu reeds concrete besluiten nemen en later
nog eens over de filosofie spreken.
Voor de kantoren geldt min of meer
hetzelfde. Ook op dat gebied kijkt men naar ge
tallen uit het verleden, die op zichzelf niet zo
belangrijk zijn aangezien zij praktisch maande
lijks, halfjaarlijks of jaarlijks kunnen worden
bijgesteld. Op die manier komen er andere getal
len, die hoger of lager kunnen zijn. Men kijkt
wat er gebeurt en daaraan past men zich onder