8 MAART 1976 451 meer met zeer grote claims aan. Ook met de gang van zaken op dit punt heb ik veel moeite. Het doet denken aan de situatie waarin men constateert dat het autobezit in de afgelopen twintig jaar op een bepaalde wijze is gegroeid en derhalve in de ko mende twintig jaar op dezelfde wijze zal groeien, teneinde daaruit te concluderen dat overal in Ne derland zestienbaanswegen moeten worden aangelegd. Wanneer precies dezelfde situatie in Breda ont staat, is er geen sprake van een beleid. Men schildert dan een historie en men stelt vast hoe de situatie bij ongewijzigd beleid zal zijn. Ter wijl men op zijn stoel blijft zitten, vergeet men na te gaan of het ongewijzigde beleid tot volko men ongewenste situaties kan leiden. Men probeert dan niet bij te sturen, terwijl wij juist van mening zijn dat dit wèl moet gebeuren. Op landelijk niveau komt men met betrekking tot het autobezit en de grote wegen langzamerhand tot het besef dat op zijn minst het autogebruik moet worden ingeperkt. Dit lukt nog niet zo goed, maar het besef is er. Op dezelfde manier zijn wij aan het proberen te betogen dat de binnenstad geen auto's en geen grote parkeergelegenheden moet heb ben. Wij proberen uiteen te zetten dat er wellicht geen grootschalige kantoren in de binnenstad moe ten zijn. Wij bepleiten dat er een beleidsombui ging tot stand komt, op basis van het gezamenlijk doordenken van wat er dreigt te gebeuren. Wij heb ben het gevoel dat daar op dit ogenblik niet over wordt gesproken. B. en w. verzamelen cijfers dat is prachtig maar zij doen er geen fluit mee, behalve dat zij er prognoses uit afleiden waarin wij ons naar hun mening moeten aanpassen. Dit lijkt ons onjuist, zeker wanneer men de func tie wonen niet als een soort restfunctie wil waar deren en wanneer men het wonen inderdaad tot een belangrijke functie wil maken. Geconstateerd kan worden dat de functie wonen de duurste is en dat zij derhalve toch al een zeer grote kans heeft bij de restfunctie terecht te komen, aangezien op een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 451