8 MAART 1976
454
centrum van Breda gekozen. De eerste halvè eeuw
kan men het station zeker niet op een andere
plaats situeren; dit zou ook weer ten koste van
natuurgebied gaan. Hieruit vloeit voort dat men
in de binnenstad van Breda in de buurt van het
station bepaalde dingen zal moeten accepteren,
hoe vervelend bepaalde deel-aspecten daarvan ook
zijn. Door het signaleren van een verslechtering
van het woonklimaat deze is mijns overigens
ook maar relatief biedt men geen alternatieve
oplossing aan, aangezien deze niet voorhanden is.
Mijns inziens moet men de ogen open houden voor
reële situaties waarvoor men enkele jaren geleden
heeft gekozen.
In zijn betoog in eerste termijn heeft
de heer Van Asseldonk een vraag gesteld over de
toezegging aan de Kamer van Koophandel met be
trekking tot het distributie-planologisch onder
zoek. Afgesproken was dat de Kamer van Koophandel
in de gelegenheid zou worden gesteld de resulta
ten van het distributie-planologisch onderzoek
tijdens een hearing in de Bredase binnenstad te
toetsen. Wij achten het van belang dat er door de
middenstandssector en de Kamer van Koophandel
wordt gereageerd op de beslissing die wij straks
in de raad moeten nemen.
Tijdens de algemene beschouwingen heb
ik ervoor gepleit met betrekking tot de bestem
ming van het terrein Kloosterlaan/Beyerd/Vlaszak
op korte termijn een beslissing te nemen. Met an
dere woorden: het op zo kort mogelijke termijn
afronden van het distributie-planologisch onder
zoek zal één van de eerstvolgende opgaven vormen.
De heer Lambregts heeft gewezen op de
beperking van de verkeersfunctie van de Bosch
straat, de Nieuwe Ginnekenstraat en de Haagdijk.
Wij willen er nogmaals met klem op wijzen dat een
groot gedeelte van de aldaar gevestigde midden
stand van de verkeerssituatie in hoge mate afhan
kelijk is. De gemeente kan niet zonder meer