8 MAART 1976 465 wel eens te hebben vernomen dat het programma van het C.D.A. niet zo ver van zijn programma af staat. Deze opvatting is niet van mij: ik heb haar uit de kringen van de heer Crul gehoord. Een laatste opmerking aan het adres van de heer Welschen. Met betrekking tot wijken en wijk- voorziening heeft de heer Welschen gezegd dat men door het reserveren van grond voor parkeergarages en kantoren tot een te kleine wijk komt die zich niet meer voor een draagvlak van voorzieningen leent. Dit is een speciaal probleem van wijken in de binnenstad, dat niet alleen in verband met par keersituaties in de Chassébuurt aan de orde is, maar ook in de te bebouwen Gerardus Majellawijk en in het gebied Leuvenaarstraat/Midde11aan waar niet meer dan 600 woningen komen. Met dat pro bleem hebben wij te kampen. Men kan niet zeggen dat wij het moeten gaan bestuderen, want met de bestudering ervan zijn wij al lang bezig. Aan de ze aspecten zal te zijner tijd in het sociaal plan uitgebreid aandacht worden geschonken. De heer WELSCHEN: U kunt dat tenminste op één punt nog herstellen. Wanneer u het gehele Chassé-terrein voor woningbouw bestemt, is het mogelijk tot een iets grotere wijk te komen. Wethouder VAN DUN: Het is de vraag of er iets moet worden hersteld. U wekt bij mij de in druk dat wij door het honoreren van de wensen in de Gerardus Majellawijk met betrekking tot de stichting van 300 nieuwe woningen iets kapot ma ken. U doet alsof wij door de bebouwing van het gebied Leuvenaarstraat/Middellaan iets vernielen, maar zo is het niet. Wij zullen overigens wel tot nieuwe en andere methoden voor het treffen van gemeenschapsvoorzieningen in de binnenstad moeten komen. Met het oog daarop hoort bij de materie die wij vanavond bespreken een sociaal plan, waarvoor de vorderingen reeds een eindsweegs zijn gevorderd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 465