8 MAART 1976 466 De heer WELSCHEN: Nog een allerlaat ste opmerking. Ik zou de wethouder willen vragen op het Chassé-terrein in te gaan. Misschien kan hij daarbij meteen vertellen of de eerste over legronden met het rijk niet juist hebben aangege ven dat wij van plan zijn op nogal ruime schaal parkeervoorzieningen te treffen en dat wij even eens op nogal ruime schaal kantooroppervlakten reserveren. Wanneer men dit alles overziet, kan men vragen thans geen claim op een terrein van 30.000 m voor grootschalige kantoren te leggen. Mede omdat er op die manier een voordeliger draag vlak tot stand kan komen, vraag ik mij af of er in dezen geen toezegging kan worden gedaan. Wethouder VAN DUN: In de overlegsitu atie met het rijk is nog niet van de opmerkingen gebleken die de heer Welschen nu etaleert. De heer WELSCHENHet staat in het groene boek! Wethouder VAN DUN: Ik zei dat in de overlegsituatie met het rijk nog niet is gebleken van de dingen de heer Welschen nu zegt. Wij zijn met het rijk op het ogenblik niet verder dan dat er waardering bestaat voor de methodiek van de aanpak, dat wij met het rijk de subsidiemogelijk heden hebben doorgenomen, dat er globale verken ningen zijn en dat het rijk om een verkeerscircu latieplan voor de binnenstad vraagt. Pas wanneer op basis van de vanavond door de raad te nemen besluiten een verkeerscirculatieplan is geprodu ceerd, zullen er hardere opmerkingen kunnen wor den gemaakt dan de heer Welschen op het ogenblik etaleert. De heer WELSCHENLos daarvan De VOORZITTER: U hebt beloofd dat u het hierbij zou laten! Wethouder VAN DUN: Het betoog van de heer Ten Wolde kan ik in alle opzichten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 466