46
19 JANUARI 1976
Op drie punten zou ik een amendement op de re
geling gemeentelijke commissie voor beeldende kun
sten willen indienen. Met dit amendement wordt in
de eerste plaats beoogd dat de relatie met de com
missie ex artikel 61/62 wordt bevorderd. Voorts is
het de bedoeling dat er aandacht wordt geschonken
aan het betrekken van de burgerij bij de gang van
zaken. Het derde deel van het amendement heeft tot
strekking dat de notulen en de adviezen ter kennis
van de commissie voor culturele zaken worden ge
bracht, zodat althans een beginsel van openheid is
gewaarborgd. Ik zal het amendement aan het einde
van mijn betoog indienen.
Het vijfde punt van het advies betreft de sub
sidieregeling voor restauraties. Herinnerend aan
mijn "vergeet-mij-nietje"dat inmiddels wel ver
welkt zal zijn, betreur ik het dat er in Breda nog
steeds geen monumentenbeleid is. Natuurlijk kan men
zeggen dat er wèl een beleid is maar dit houdt al
leen maar in dat men laat staan wat er staat en de
zaak in elkaar laat storten. In ieder geval is er
nu een heel geringe aanzet, namelijk een subsidie
regeling voor restauraties. Dit is uiteraard een
financiële kwestie, in verband waarmee ik van me
ning ben dat behandeling in de commissie voor de
financiën in dezen op haar plaats zou zijn geweest.
Door de vaststelling van de regeling bevordert men
natuurlijk de particuliere bouw, hetgeen positief
kan worden gewaardeerd, hoewel de gevolgen daarvan
ons hebben doen schrikkenOp de raadsagenda voor
vanavond staat een ander voorstel waarin dit heel
duidelijk wordt aangetoond, maar daarop wil ik thans
niet nader ingaan omdat dat mijns inziens op een
vorm van discriminatie zou neerkomen. Het belangrijk
ste aspect van dit alles is naar ik meen het volgen
de. Op een gegeven ogenblik is er in de gemeente
een budget voor restauraties, op grond van de ge
meentelijke, landelijke en provinciale regelingen.
Hoe maakt men nu bij particuliere objecten uit wat
er wel en wat er niet onder de regeling valt en welk