8 MAART 1976 476 de besluitvorming betrokken. Ik constateer dat met drie amendementen in ieder geval de fracties van C.D.A., P.v.d.A. en P,P.R. akkoord zijn ge gaan. Dat is naar ik meen het besluit dat is ge nomen De VOORZITTER; Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet begrijp dat u bezwaar tegen de procedure maakt. Ik heb heel oprecht en correct gevraagd of men vóór dan wel tegen wenst te stemmen. Mij is gebleken dat de meerderheid van de raad met deze aanvullingen niet akkoord gaat. Ik geloof dat het goed is de discussie hierover nu te sluiten. De heer BRUMMELKAMP: Ik vind dat deze punten één voor één in stemming moeten komen, zodat per punt kan worden uitgemaakt of er een meerderheid vóór dan wel tegen is. De VOORZITTER: Ik heb niet kunnen constateren dat er één van de leden van de raad over één van deze punten het woord verlangde. De heer BRUMMELKAMP: Het is ook helemaal niet nodig dat het woord wordt verlangd. Deze punten zijn a t/m i genoemd omdat er geen verdere num mers beschikbaar waren,.... De VOORZITTER: Dat is heel duidelijk. De heer BRUMMELKAMP.maar anders zouden zij 14, 15, 16 enz. zijn genummerd en apart in stem ming zijn gekomen. De VOORZITTER: Zojuist heb ik de punten af zonderlijk genoemd en ik heb niet kunnen consta teren dat deze concept-besluiten een meerderheid in de raad verwerven. De heer BRUMMELKAMP: Wij willen graag per punt De VOORZITTER: Per punt is het zo dat er geen positief besluit uitkomt. De door P.v.d.A./P.P.R. voorgestelde aanvul-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 476