8 MAART 1976 492 tevens uit te strekken tot de daaraan ver bonden financiële consequenties; b. de raad van Breda met het resultaat van dit onderzoek in kennis te stellen. Toelichting 1Het voorstel van het college van bur gemeester en wethouders zoals in vo renbedoeld punt 46 van het preadvies is duidelijk beïnvloed door de ook bij een grote meerderheid van de raad levende wens tot het doen instellen van een distributair planologisch onderzoek teneinde onder andere meer inzicht te verkrijgen in de gevolgen die een MAXIS-vestiging ter plaatse op velerlei gebied kan hebben; dit onderzoek zal geruime tijd vergen. 2Teneinde tot een goede afweging van mogelijkheden c.q. wenselijkheden te komen, verdient het aanbeveling ge lijktijdig een onderzoek te doen in stellen naar de mogelijkheden die het aangegeven terrein zou kunnen bieden voor woningbouw in de ruimste zin van het woord, alsmede met betrekking tot de daaraan verbonden financiële consequenties 3Een samengaan van het distributair planologisch onderzoek en een studie naar de mogelijkheden tot realisatie van woningen betekent dat in een toe komstige beslissingsfase onnodige vertraging wordt voorkomen De heer CRUL: Aan de motie van de heer Ten Wolde hebben wij geen behoefte.In de motie staat ■wat er normaal in een distributieplanologisch on derzoek voorwerp van studie moet zijn, zodat zij onzes inziens volkomen overbodig is. In de motie van de heer Van Banning wordt de nadruk op de fi nanciële consequenties gelegd. Hoewel deze conse-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 492