19 JANUARI 1976 49 ning op een soortgelijk verslag van V.V.D. en C.D.A. De heer Van Asseldonk heeft erop gewezen dat de heer Crul heeft gezegd dat goede verhoudingen tussen mensen en groepen onderling van groot belang zijn. Ik onderschrijf dit, maar ik wil er iets aan toevoegen om een en ander aan de heer Van Asseldonk, de gehele raad en iedereen die ernaar luistert, duidelijk te maken. Wij zijn van mening dat goede verhoudingen tussen mensen belangrijk zijn, maar dat men om die goede verhoudingen te bereiken beter eerlijk kan zijn. Naar mijn mening kan men beter een eerlijke maatschappij hebben dan een maatschap pij waarin alles wordt toegedekt. Tot slot het volgende. De cultuurnotities teke nen eigenlijk alleen maar de thans bestaande verhou dingen, terwijl er aan de rand kleine veranderingen worden aangebracht. Het gevolg is dat stereotypen en vooroordelen in de Bredase maatschappij worden bevestigd, in plaats van dat er nu eindelijk een be gin wordt gemaakt met het bewust maken van de men sen van wat er eigenlijk aan de hand is, van veran dering en van wat er werkelijk moet gebeuren. Bij dezen dien ik het al eerder aangekondigde amendement in. Het door de heër Oomen ingediende amendement luidt als volgt: "De raad van Breda, in vergadering bijeen op 19-1-176 gelezen bijlage 3 van het preadvies aangaande de kuituurnota, gehoord de diskussie in de raad, besluit toe te voegen aan: artikel 3: e) wanneer toekomstige ontwikkelingen daartoe aanleiding zouden geven, kan de gemeentelij ke kommissie voor beeldende kunsten inge bouwd worden in een daartoe geëigend orgaan;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 49