19 JANUARI 1976 51 praten. Wij zijn van mening dat die beslissingen, besluitvormingen en discussies zich in openbaarheid in commissies en in de raad moeten afspelen. Wethouder SANDBERG: Inderdaad,, en wel hier en vanavond, erg graag in openbaarheid. De heer Hen- driksen moet deze wethouder echter niet verwijten dat hij in beslotenheid aan een nota zit te werken, aangezien men ter voorbereiding van de besluitvorming in de raad toch inderdaad wel het een en ander op papier moet zetten. Ook met betrekking tot de inspraakprocedure zijn vele verwijten gemaakt. Gezegd is dat de cultu rele raad dit aspect niet zou hebben aangekund en er kennelijk niet op ingespeeld zou zijn geweest, terwijl nota bene de culturele raad zelf aan deze wethouder en aan het college te kennen heeft gege ven dat hij als inspraakorgaan van de burgerij in dezen de eerste verantwoordelijkheid droeg. Uiter aard heêft de commissie tijdens de behandeling van de nota de mening uitgesproken dat ook het college hierin een zekere verantwoordelijkheid droeg die het niet zou mogen afschuiven. Er was dan ook geen sprake van afschuiven: de vraag was hoe men in over leg gezamenlijk aan een en ander vorm zou kunnen geven. In samenwerking met de culturele raad is ge zocht naar een procedure die geschikt was om die methodiek zo goed mogelijk over te brengen, hetgeen er onder meer in heeft geresulteerd dat de wethouder tijdens de eerste bijeenkomst van de culturele raad ik moet helaas constateren dat daarbij weinig van inspraak terecht is gekomen informatie aan voornoemde raad en aan alle daarbij aanwezigen heeft gegeven. Als men nu ter gelegenheid van de besluit vorming in de gemeenteraad met het verwijt komt dat het advies van de culturele raad onvoldragen en weinig diepgaand zou zijn, betreur ik dat bijzonder dat deze verwijten niet tijdens de gezamenlijke be spreking van commissie en de culturele raad over deze nota zijn gemaakt, toen de culturele raad zich had kunnen verdedigen. Wanneer men nu een beetje na-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 51