529 22 MAART 1976 van het Bredaas Industrieel Contact deze aangele genheid te bespreken. Ter zake van de door U onder nummer 5 gestelde vragen merken wij in het licht van bovenstaande op dat het in dit opzicht onmogelijk is de mede werking van de gemeentelijke- of rijksoverheid dwingend aan een bedrijf op te leggen. Voor een onderzoek als door U gewenst wordt ge acht is een uitgesproken bereidheid tot medewer king van het bedrijf zelf een vereiste. Van een dergelijke bereidheid, waaraan wij dan uiteraard graag weer onze steun zouden willen verlenen, is ons tot op heden niets gebleken. Uw vraag moet derhalve ontkennend worden beantwoord. De door U in vraag 6 aangesneden problematiek moet - evenals thans reeds in algemene zin het ge val is met de controle en de openbaarmaking van financiële ondernemingsgegevens zoals die o.m. is geregeld in de "Wet op de jaarrekening van de on dernemingen" - als een aangelegenheid voor de wetgever worden beschouwd. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 18-12-1975) de heer van den Wijngaard Bij mij is een delegatie van de bewoners van de pas gerenoveerde woningen aan de Crogtdijk op be zoek geweest. De delegatie verzocht mij het vol gende te doen: a. aan burgemeester en wethouders de dank van de bewoners over te brengen voor de verbeterde woningen die hun iedere dag meer tevredenheid schenken; b. burgemeester en wethouders te vragen of bij de betrokken woningen het trottoir plaatselijk kan worden gerepareerd, gezien de ongelijkheid in verband met de aan- en afvoer van de bij de renovatie benodigde bouwmaterialen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 529