537 22 MAART 1976 in de vorm van expositie- of winkelruimte voor studenten van "Sint Joost". Wethouder VAN DUN: Het gaat hier in feite om het pand-Steijlen. In geen enkel bestemmingsplan is een bestemming voor dit pand vastgelegd. Aan gezien "St. Joost" heeft gevraagd het pand te mo gen kopen, is een daartoe strekkend voorstel aan de raad gedaan. Aan de raad wordt niet voorge steld aan het pand een bepaalde bestemming te ge ven. Mevrouw PAULUSSEN: Ik heb gevraagd of wij een juiste conclusie hebben getrokken uit de discus sie in de commissie voor openbare werken, waar naar onze mening wel is gesproken over mogelijke woondoeleinden en eventuele andere bestemmingen, namelijk bijvoorbeeld als expositieruimte. Wethouder VAN DUN: In de commissie voor open bare werken is gediscussieerd over hetgeen het college op dit ogenblik weet. Wij hebben medege deeld dat wordt overwogen dit pand, dat overigens niet mag worden afgebroken, in te passen in een soort "boetiek-functie" voor "St. Joost". De ge meenteraad kan in dezen geen besluit nemen, omdat hier gedachten van het bestuur van "St. Joost" in het geding zijn. Het plan van de architect is nog niet gereed en het is moeilijk in de besluitvor ming van de raad vast te leggen dat de verkoop geschiedt onder voorbehoud van een woon- c.q. boetiek- of winkelfunctie. Ik heb alleen de com missie voor openbare werken naar ik meen terecht ingelicht over gedachten die bij het bestuur van "St. Joost" bestaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5. bijlage nr. 65. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 537