19 JANUARI 1976
53
de aangegeven uitgangspunten en prioriteiten verbe
teringen kunnen worden aangebracht waar zij noodza
kelijk zijn. De heer Hendriksen wil daaruit opmaken
dat wij alles willen laten zoals het nu is. Wanneer
men tot deze conclusie komt, heeft men de nota niet
goed gelezen of niet goed willen lezen; misschien
dat dat de aanleiding is tot het voorstel de besluit
vorming van vanavond uit te stellen.
Ik ben er heilig van overtuigd dat de aanzet
tot discussie vanavond bepaald niet is afgerond. Dat
moet en mag ook niet zo zijn. De discussie zal in
de commissie worden voortgezet en er zijn nog vele
punten die naar aanleiding van deze nota moeten wor
den geregeld. Ik denk daarbij aan de structuur, de
instelling van de commissies ex artikel 61 en 62,
de werving en selectie daarvan, het vorm geven aan
de prioriteiten en het nader uitwerken van de uit
gangspunten. Als de discussie daarover maar voort
gang kan blijven vinden, is er geen sprake van dat
alles moet blijven zoals het nu is, maar bestaat de
bereidheid om in overleg met allen die zich daar
voor interesseren, tot verbeteringen te komen.
Aan het adres van de heren Van Asseldonk en
Hendriksen wijs ik erop dat het niet de bedoeling
is geweest een integrale beleidsnota te schrijven.
Terecht wordt gezegd dat de cultuur een samenhang
met tal van andere sectoren vertoont, in verband
waarmee dan ook in de nota waarborgen zijn inge
bouwd die de samenhang met de andere sectoren weer
geven en het mogelijk maken dat er straks verbanden
worden gelegd. Tevens is er in de nota op geen en
kele wijze sprake van een soort afgrendeling. In
de nota vindt men passages over de samenhang met
het onderwijs en met de sector openbare werken, ter
wijl de schooladvies- en begeleidingsdienst herhaal
delijk wordt genoemd.
De onderdelen "aansprekelijk en herkenbaar" en
"uitgangspunten en voorwaardenbeleid" worden door
de heer Hendriksen afgedaan met de term "Kunst met
een grote K"alsof er in "de Beyerd" Kunst met een