22 MAART 1976 544 wij echter worden geconfronteerd met,een percen tuele achteruitgang van de vrij besteedbare ruim te, vragen wij ons af of dit beloningssysteem mag worden gehandhaafd of dat de door zuinig beleid vrijgekomen gelden moeten worden toegevoegd aan de vrij besteedbare ruimte waaruit alle functies claimen. Vervolgens iets over de Haagse Beemden. Te recht zijn door het college de aan het plan voor de Haagse Beemden verbonden kosten buiten het thans gepresenteerde voorstel gehouden. De V.V.D.- fractie heeft tot nu toe altijd met nadruk aan het plan voor de Haagse Beemden een financiële "mits" verbonden. Wij zijn van mening dat de ont wikkeling van dit plan kostendekkend dient te zijn. Er zijn echter aan het plan ook blijvende kosten verbonden, zoals de kosten voor voorzie ningen ten behoeve van onderwijs, sport, recrea tie, cultuur en maatschappelijke dienstverlening. De heer Van Banning heeft hier reeds op gewezen. B. en w. schrijven in het voorstel dat laatstbe doelde kosten dienen te worden gedekt uit de stijging van de gemeentefondsuitkeringen en de eigen belastingcapaciteit. Met betrekking tot de gemeentefondsuitkeringen merken zij voorts op dat de verhoging daarvan zal naijlen omdat eerst de verfijningsuitkering moet worden "inverdiend". Dit naijlen willen b. en w. opvangen door de ex tra inkomsten tijdens de ontwikkeling van het plan en na de voltooiing ervan. Betekenen de woorden "na de voltooiing" dat er nu reeds reke ning wordt gehouden met een eventueel voor een aantal jaren niet sluitende begroting? In het voorstel staat dat allerlei meeval lers in 1976 de tegenvallers op 70.000,na in evenwicht houden. Op het eerste gezicht is dit een mededeling die doet verademen, maar men dient te bedenken dat er niet altijd meevallers kunnen zijn, zeker niet als een groot deel van deze mee vallers moet komen van een rijksoverheid die óók met een nagenoeg lege schatkist zit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 544