22 MAART 1976 546 kan door vermoeidheid veroorzaakt zijn' De heer VAN BANNING; Helemaal niet! De heer CRIJL; Meestal bent u wat optimisti scher dan u vanavond was. Zowel bij de heer Suurmeijer als bij de heer Van Banning lag mijns inziens de nadruk op de te genvallers die in het raadsvoorstel worden be schreven. Natuurlijk moet iedereen in Nederland de broekriem aanhalen, maar met betrekking tot de gemeente kunnen wij niet zeggen dat de oorzaak alleen in die situatie gelegen is. Hoewel de te genvallers tot een bedrag van 1,5 miljoen niet aan onszelf te wijten zijn, hebben wij er wel de gelijk invloed op gehad. Naar mijn mening worden deze tegenvallers in het voorstel nogal laconiek afgedaan. Zeker nu de situatie moeilijker wordt, is dit een benadering die te denken geeft. Men komt er niet onderuit het enigszins in de rich ting te zoeken van onzorgvuldigheid. Als voorbeeld noem ik het uiteenlopen van de ramingen van de gemeente en van het ministerie, dat zoals bekend tot tegenvallers leidt. Wij hebben ons er echter altijd op laten voorstaan dat onze ramingen zo veel zekerheid boden, dat er weinig risico aanwe zig was. Thans blijkt ineens dat er een bedrag van 328.000,minder wordt ontvangen. Voorts wijs ik erop dat op het gebied van de belastingopbrengsten een bepaald aspect bijzonde re aandacht verdient. Ik doel hier op de opbrengst van het rioolrecht. Van onze kant is met betrek king tot een kwestie die nu bij de Kroon ligt, opgemerkt dat de gemeente met de rioolwaterzuive ringsinstallatie een moeilijke tijd tegemoet ging, omdat degenen die van deze installatie gebruik maken zich zouden kunnen gaan afvragen of zij de reiniging niet beter zelf zouden kunnen verrich ten teneinde aan de hoge prijzen die wij van hen vragen te ontkomen. Ook al eerder hebben wij het college in deze richting een hint gegeven, want

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 546