22 MAART 1976
558
en ander vroeger in het jaar voordat de minis
teriële circulaires zijn verschenen plaats
vindt, zijn de risico's groter. Zodra in de loop
t van het jaar de ministeriële circulaires voorhan
den zijn, zullen wij onmiddellijk berekenen wat
de gevolgen zijn. Als de situatie meevalt, zal
naar ik meen iedereen daar verheugd over zijn.
Enige moeite heb ik met de stelling van de
heer Suurmeijer met betrekking tot het vaste en
het variabele deel. Ervan uitgaande dat ik hem
goed heb begrepen, zou ik willen zeggen: wisten
wij het maar! Volgens de omschrijving van de heer
Suurmeijer is het "vaste deel": hetgeen voor het
goed functioneren van het gemeentelijk bestuur
nodig is. Daarnaast heeft hij gesproken over ac
tiviteiten die men weliswaar wenselijk acht, maar
die per se noodzakelijk zijn. Als wij op het ge
bied van het gemeentelijk beleid zouden kunnen
vaststellen wat wij per se moeten doen om dit be
leid goed te laten functioneren, waren wij al een
heel stuk verder. Ik geloof echter dat dit niet
zo eenvoudig is en dat er altijd een proces van
afwegen in het geding zal zijn; deze afweging zal
telkens weer zowel per functie als met betrekking
tot het geheel aan de orde komen. Ik meen dan ook
dat een verdeling in "vast" en "variabel" niet
gemakkelijk te maken is, hoewel ik onderken dat
de afweging van oude en nieuwe activiteiten de
permanente aandacht van zowel het college als de
commissies als de gehele raad zal moeten hebben.
De heer Suurmeijer heeft betoogd dat zuinig
beleid in een bepaalde sector niet aan deze sec
tor zelf maar aan een sector waar men nog harder
if
geld nodig heeft ten goede zou kunnen komen. Deze
opvatting zou ik in principe graag willen onder
schrijven, maar of men haar in praktijk kan bren
gen ik kom daar straks bij de behandeling van
de alternatieven nog op terug weet ik niet. Ik
geloof er niet erg in, maar wij kunnen daarover
nog wel eens met elkaar van gedachten wisselen.
Over de Haagse Beemden heb ik naar ik meen