22 MAART 1976
566
gemaakt, waarbij ik aanteken dat er met betrekking
tot de verdeling mijns inziens geen amendement
hoeft te worden ingediend. In alternatief 1 wordt
ervan uitgegaan dat de reservering voor nieuw be
leid 2,5 zou zijn; de post "onvoorzien" zou in
dit alternatief 0,5 zijn, er zou thans 97,0
worden verdeeld, de stijging van de looncomponent
zou van 2 tot 1 worden verminderd en de overi
ge kosten-component zou met bijna 3 worden ge
doteerd. Ik teken hierbij aan dat de looncompo
nent tevens eventuele versterkingen van het per
soneel, promoties en het aantrekken van zwaardere
krachten inhoudt. Daarvoor zou volgens het eerste
alternatief 1 minder dan verleden jaar beschik
baar zijn, zodat op die sector reeds zou worden
bezuinigd. Desondanks blijft bij deze opstelling
de stijging van de overige kosten-component tot
3 beperkt. Ook met dit alternatief is dan ook
naar onze mening nauwelijks te werken. Nadat wij
alle deelbegrotingen binnen hebben, worden wij op
deze manier achteraf met de gevolgen geconfronteerd
Alternatief 2 geeft een iets ander beeld. De
reservering voor nieuw beleid zou daarin 2,0
zijn, terwijl de overige kosten-component een
stijging met 4 zou ondergaan. Ook deze verdeling
zou echter naar onze mening moeilijkheden opleveren
In alternatief 3 is de reservering voor nieuw
beleid 1,5 Wij hebben er rekening mee gehouden
dat dit uiteraard geen beslissing voor volgende
jaren inhoudt. Voorts zijn wij ervan uitgegaan
dat allerlei nieuwe beleidsactiviteiten reeds
door de raad op gang zijn gebracht. Volgens al
ternatief 3 is er nog een mogelijkheid voor nieuw
beleid van 1,5 terwijl men over de hele lijn
zuinig aan moet doen. Dat men zuinig moet zijn
geldt dan namelijk voor de sector nieuwe activi
teiten, voor de stijging van de looncomponent en
voor de stijging van de overige kosten-component,
die op iets meer dan 5 uitkomt. Op deze manier
wordt de pijn over alle onderdelen verdeeld, het
geen voor het college het motief is geweest