571 22 MAART 1976 niet of wij op grond van hetzelfde uitgangspunt tot dit standpunt zijn gekomen. De binnenstad zal veel problemen met zich meebrengen, waarop wij in een later stadium uitvoerig zullen terugkomen, De belangrijkste aspecten van de discussie worden mijns inziens gevormd door de procedure en de reservering van 2,5 voor nieuwe activiteiten. Over de procedure zou ik nog het volgende willen zeggen. Ik heb niet bedoeld -misschien heb ik het verkeerd gezegd dat wij dit jaar de metho- de voor het laatst zouden toepassen. Ik heb ge zegd dat van onze kant steeds is bepleit dat er een integraal beleid zou komen, dat als een boven bouw voor de benadering van de sectoren zou moeten worden gezien. Naar ik verwacht zullen wij te dien aanzien dit jaar een flinke stap vooruit doen. Op grond daarvan heb ik gezegd dat wij in de volgen de jaren tot iets nieuws zullen komen. De methode zal echter wel dezelfde blijven. Met betrekking tot het inschakelen van de burgerij het volgende. De voorzitter van de raad heeft terecht gememoreerd dat er in de commissie voor algemene zaken over veel onderwerpen is ge sproken. In ieder geval is ook uitvoerig ingegaan op de mogelijkheden tot het inschakelen van de burgerijEr is onder meer gesproken over een ex tra "Indruk" of een andere manier van benaderen van de burgerijEr zijn allerlei variaties be sproken en naar ik heb begrepen stelde zeker de voorzitter van de raad zich dusdanig op, dat dit nog dit jaar tot de mogelijkheden zou moeten be horen. Van de andere fracties heb ik begrepen dat ook zij hier wel iets in zagen. Ook vanavond is opnieuw gebleken dat iedereen de inschakeling van de burgerij gewenst acht. Natuurlijk moet men zich in dezen niet overeten, maar wij denken in ieder geval dat men er op beperkte schaal mee kan begin nen. Men kan zich tot groeperingen en individuele burgers in de stad richten en te kennen geven dat er mogelijkheden zijn om de opvattingen en wensen met betrekking tot de begroting aan de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 571