573 22 MAART 1976 ogenblik moeten doen, totdat het de concept-deel begrotingen vaststelt. Het college wordt daartoe in staat gesteld, als de commissies hun opvattin gen over de begroting kenbaar kunnen maken. Op die manier kan men dingen tegen elkaar afwegen, waarbij ook de vraag aan de orde komt wat men als nieuw beleid wil aanmerken. Men kan dan kiezen voor nieuw beleid op zichzelf of voor uitbreiding van bestaande activiteiten. Ook inkrimping van bepaalde voorzieningen en activiteiten komt daar bij natuurlijk aan de orde. Dit brengt mij op de reservering van 2,5 Het college legt aan de raad alternatieven voor maar uit het betoog van de wethouder is eigenlijk gebleken dat dit geen alternatieven zijn. Ik heb begrepen dat de wethouder heeft gezegd dat er geen keuze is. Weliswaar heeft het college alter natieven aan de raad voorgelegd, maar eigenlijk is de enige mogelijkheid alternatief 3, waardoor het college heeft gekozen. De heer VAN BANNING: En 4! De heer CRUL: Alternatief 4 zou men inder daad ook kunnen kiezen maar dat is natuurlijk maar een zeer kleine variatie. Wij hebben gekozen voor alternatief 1 en wij zijn van mening dit aan het adres van de heer Geene dat er mogelijkheden moeten zijn om dit alternatief toe te passen. Natuurlijk zijn er op voorhand slechts beperkte mogelijkheden tot stij ging van de overige kosten-componentDe stijging is ongeveer 2 minder dan in alternatief 3Het gaat er juist om dat men gezamenlijk afweegt wel ke activiteiten men als nieuw beleid wil aanmer ken en uit de reservering van 2,5 wil bekosti gen. Er zijn natuurlijk ook mogelijkheden om de overige kosten-component daarin te betrekken. Men heeft het allemaal niet zo strak te zien en men kan een soepel beleid voeren. In principe kan men aangeven dat 2,5 voor nieuw beleid wordt gere serveerd, aangezien het college te kennen geeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 573