22 MAART 1976 582 de heer Dreef, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Brummelkamp, Welschen, Beckers en Crul en mevrouw Paulussen. De VOORZITTER; Tenslotte vraag ik het oordeel van de raad over het voorstel van burgemeester en wethouders De heer CRUL: In het voorstel missen wij het inschakelen van de burgerij en het op de juiste wijze invloed laten uitoefenen door de commissies. Daarnaast hebben wij gekozen voor een reservering van 2,5 voor nieuw beleid die door dit voorstel niet mogelijk wordt gemaakt. Omdat het niet moge lijk is over onderdelen van het voorstel te stem men, zullen wij tegen het voorstel stemmen. De heer GEENE: Ik meen dat men het wèl eens is over de vaststelling van de capaciteit, punt 1 van het concept-besluit. De VOORZITTER: Ik heb van de heer Crul be grepen dat hij op grond van hem moverende redenen deze hebben betrekking op de inschakeling van de bevolking en de reservering van 2,5 tegen het gehele voorstel wenst te stemmen. Het voor stel kan overigens niet worden gesplitst. De heer CRUL: Ik zou het leuk vinden als het kon; wij hebben het al zo dikwijls gevraagd. De VOORZITTER: Wij hebben inderdaad al eens eerder een poging aangewend. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heer Kaarsemaker, mevrouw Paulussen, de heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edelingde heer Brummelkamp, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Bec kers, Welschen, Hendriksen, Martens en Dreef ge acht willen worden te hebben tegengestemd. 7. bijlage nr. 95. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 582