583 22 MAART 1976 BENOEMING VAN EEN LID C.Q. PLAATSVERVANGEND LID VAN ENKELE COMMISSIES. (M) De VOORZITTER: Door het vertrek van de heer Van Male is een viertal vacatures ontstaan. De heer Van Male was plaatsvervangend lid van de com missies culturele zaken, lid van de commissie eco nomische zaken, plaatsvervangend lid van de com- missie openbare werken en lid van de commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting. Ik heb begrepen dat in de ontstane vacatures respectievelijk ter be- noeming worden voorgedragen: mevrouw Stutterheim, de heer Welschen, mevrouw Muntjewerff en mevrouw Paulussen. De heer CRUL: Ik heb een briefje aan u ge schreven. De VOORZITTER: Met betrekking tot dit agenda punt zou overeenkomstig het zojuist genoemde voorstel kunnen worden beslist. Over de kwestie waarover u een brief aan het college van burge meester en wethouder hebt geschreven, is naar mijn beste weten overleg met één van uw fractieleden gepleegd. Nog zeer onlangs is geconcludeerd dat het wijzer is een en ander nog even aan te houden, omdat zich blijkbaar enkele wijzigingen zouden moeten voltrekken. Bovendien is het desbetreffende voorstel nog niet voorbereid en staat het op het ogenblik nog niet op de agenda. Daarnaast is het de wens van één uwer een en ander nog even uit te stellen omdat er nog wijzigingen in het verschiet zouden liggen. Voorlopig is afgesproken dat de desbetreffende voorstellen, die van eenvoudige aard zijn, in de maand april aan de orde zullen worden gesteld. De raad besluit vervolgens bij acclamatie voor de duur van de huidige zittingsperiode van de gemeenteraad te benoemen; a. tot plaatsvervangend lid van de commissie cul turele zaken: mevrouw Stutterheim-Edeling;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 583