587 22 MAART 1976 een zekere conclusie uit getrokken, maar ik kan mij ook vanavond weer niet aan de indruk onttrek ken dat hij een zodanige invloed op deze gang van zaken schijnt te hebben dat hij die had kunnen voorkomen. Alleen al uit respect voor de andere raadsleden zou het gewenst zijn dat. De VOORZITTER: Ik stel voor het debat hier over te sluiten, want naar mijn mening heeft dit punt geen betekenis meer. Als voorzitter van uw raad wil ik zelf geheel en al voor de genomen maatregelen verantwoordelijk zijn; u hebt dat op 8 maart gemerkt en thans merkt u dat opnieuw. Wij zijn hierin consequent en blijkbaar bent u dat ook, zoals ik kan constateren. Voor mij betekent dit einde hiervan en een voortzetting van de dis cussie. De heer CRUL: Ik verzoek u de vergadering enige tijd te schorsen, want onze fractie wil zich over de opmerking van de heer Geene beraden. De VOORZITTER: Daar helpt geen moedertjelief aan. Blijkbaar wilt u zich onderling beraden en ik meen dat daar zelfs in deze omstandigheden ge legenheid voor moet worden gegeven. De vergade ring is geschorst. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. In verband met de gebeurtenissen van zoëven is door de heer Crul om schorsing gevraagd. Ik neem aan dat hij naar aanleiding van het voorgevallene nog iets wil zeggen. Misschien mag ik op kortheid aandringen, ook ten aanzien van de andere zijde indien men het ook daar nodig oordeelt nog iets te zeggen. De heer CRUL: Het beraad in de Federatie van fracties heeft het volgende opgeleverd. Wij zijn van mening dat de heer Geene met zijn opmerkingen de heer Houben heeft beledigd, terwijl die bele diging tevens de gehele Federatie van fracties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 587