22 MAART 1976
600
binnen en buiten het gemeentelijk apparaat over
houden die met recht kunnen worden beschouwd als
een stuurgroep, die inderdaad kan sturen en niet
met 500 man aan tafel zit. Die stuurgroep heeft
drie taken; dat is nadrukkelijk met de staatsse
cretaris afgesproken en het staat ook in de nota.
Ik meen het, vertaald in de situatie van Breda,
aldus te mogen stellen. In de eerste plaats zal de
stuurgroep de problematiek van de één- en tweeper
soonshuishoudens nadrukkelijk moeten inventarise
ren. Het is gewoon de vraag waar wij over praten
en hoe groot het probeem is. In de tweede plaats
moet de stuurgroep een inventarisatie maken van
de situaties in Breda, waarin er al iets aan wordt
gedaan. Het lijkt namelijk net of wij nog nooit
aan één- en tweepersoonshuishoudens hebben ge
dacht, maar ik pak voor de vuist weg het complex
in de Zwijnsbergenstraathet complex van de alge
mene woningbouwvereniging in de Roeselarestraat
en de flat in de Lelystraat. Dat is duidelijk een
aantal situaties waarin met name voor deze soorten
van huishoudens is gebouwd. Het is alleen de vraag
of dit voldoende is. Als wij hebben geïnventari
seerd wat het probleem inhoudt en wat wij in Bre
da al voorhanden hebben, is de derde taak van de
stuurgroep het in kwaliteit en kwantiteit entame
ren van nieuwe projecten, zo die gewenst zijn. Dat
is de bedoeling van de stuurgroep. Het antwoord
op de vraag van de heer Van Asseldonk hoe het er
mee staat luidt dus concreet: het staat te komen,
maar het werk zal niet onaanzienlijk zijn.
De laatste vraag van de heer Van Asseldonk
houdt in hoe het komt dat de panden in zo'n deso
late staat verkeren. Ik keer dan terug naar het
begin, want ik geloof echt dat dit een gevolg is
van de methodiek. Hoe open die methodiek ook is,
dat is een punt waar het aan schort. Er ligt een
enorm tijdsverloop tussen het voornemen van het
college om een raadsbesluit uit te voeren in dier
voege, dat men gaat adverteren en het daadwerke
lijke moment waarop de eigenaar -door de raad