603 22 MAART 1976 zal dus wel moeten gebeuren. Anderzijds vragen wij ons af of wij niet een heleboel onnodig werk verrichten als straks zou blijken dat men het voorliggende plan niet wil accepteren doch veran deringen wil aanbrengen. Het heeft dus niets te maken met het al dan niet doorgaan van de Haagse Beemden, want daar hebben wij ons duidelijk ge noeg over uitgesproken, maar het zou best eens zo kunnen zijn dat er rigoureuze planveranderingen moeten plaatsvinden als de subsidies wat tegen vallen. Mijn fractie vraagt dus of er geen deel opdrachten te geven zijn. Zou het college erop willen toezien dat niet teveel werk wordt ver richt totdat er wat meer zekerheid over de subsi diëring is verkregen? Verder zijn wij het wel met uw voordracht eens. De heer TEN WOLDE: De heer Geene heeft ge zegd dat de bedragen te groot zijn om er niet over te praten. Wij hebben er in de fractie in derdaad lang over gesproken en dan kunnen wij twee dingen doen: ja of neen zeggen. Dat laatste is eigenlijk niet mogelijk omdat ook vanuit onze fractie is aangedrongen op een redelijk snelle realisering van het begin van de Haagse Beemden. Dan nog even een inhoudelijke opmerking van onze kant, waarmee ik graag de laatste woorden van de heer Geene wil aanvullen. Er is, zo de opdrachten zouden kunnen worden verstrekt binnen het krediet dat hier op tafel wordt gelegd, geen deelomschrij- ving tot hoever deze opdrachten gaan. Temeer om dat hier een stuk advisering in het geding is dat op dit moment reeds in uitvoering wordt gebracht bij de bestaande adviseurs, zouden wij deze kwes tie in één van de volgende commissievergaderin gen gaarne nader toegelicht zien. Wethouder VAN DUN: Als de raad het niet erg vindt zal ik erg kort antwoorden. Wij hebben bij het aantrekken van de groenadviseur voor de Haag se Beemden een soortgelijke discussie gevoerd. Bovendien is dat in het verleden bij het voteren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 603