605 22 MAART 1976 een tekort aan subsidie zou blijken dat zij ten onnutte zijn gemaakt. Die garantie wil ik de raad wel duidelijk geven. De heer GEENE: Ik wil in tweede instantie nog enkele opmerkingen maken. Wij hebben mogen constateren dat u tegemoet gekomen bent aan onze wens geen projectontwikkelaars in een vroeg sta dium in te schakelen doch de plannen in teamver band bouwgereed te maken. Dat spreekt ons bijzon der aan en ik zou graag van de wethouder willen vernemen of het inderdaad de bedoeling is met vrije architecten te gaan werken, zodat u geen verbinding met projectontwikkelaars hebt totdat er echt gebouwd gaat worden. Er wordt gesproken over het aantrekken van een extern deskundige voor de projectcoördinatie. Nu vragen wij ons af of het wel verstandig is die coördinatie uit handen te geven. Anders gezegd, aan wie is deze man verantwoording verschuldigd? Hoe wilt u dat in de organisatie inpassen? Wethouder VAN DUN: De eerste constatering van de heer Geene is terecht, hetgeen hem ook niet zal verbazen. Ik meen dat hij in 1972 in de toen malige ronde in de commissie bij het toenmalige plan Haagse Beemden eigenlijk zelf wat gas terug heeft willen nemen rn het kader van het toenmalig besluit van het college met projectontwikkelaars te gaan werken. U hebt het vorig jaar in april al het besluit genomen in dit stadium niet met een projectontwikkelaar te gaan werken. Dat betekent en dan kom ik eigenlijk bij dat teamverband dat er een veelheid van interne, externe en daar tussen in liggende disciplines moet gaan werken. Om u een voorbeeld te geven: als u dadelijk met de eerste drie plandelen gaat werken dat bete kent drie maal bijvoorbeeld 500 woningen heb ben wij op dat ogenblik al te maken met alle in terne functies van het energie- en waterbedrijf, openbare werken, stedebouw en civiel-techniek. Wij hebben te maken met een aantel andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 605