609
22 MAART 1976
of er ook overleg heeft plaatsgevonden tussen uw
college en de Raad voor Middelbaar en Hoger Perso
neel en zo niet, of bij toekomstige stukken ook
deze organisatie kan worden aangesloten.
De heer VEELENTURF: Ook onze fractie kan zich
geheel met het besluit naar aanleiding van dit
raadsvoorstel verenigen. Wij vinden het een juist
gekozen uitgangspunt dat Breda werkgelegenheid
voor de eigen beroepsbevolking mogelijk dient te
maken en dat, vanwege de enorme problemen die het
beantwoorden aan dat uitgangspunt met zich brengt,
uw college deze problematiek met meer dan grote
nadruk onder de aandacht van de provinciale en
rijksoverheid brengt. Hoeveel resultaat zal dat
onder de aandacht brengen echter opleveren? Ver
schillende malen is door onze fractie op die
noodzakelijke aandacht de nadruk gelegd. Verschil
lende malen hebben wij ons uitgesproken over het
"op de stoep gaan zitten bij het rijk" in verband
met de spreiding van rijksdiensten. Wij hebben er
niet de minste twijfel over dat u dit met niet
aflatende ijver doet, maar toch hebben wij het
gevoel dat Breda voorlopig zijn eigen broek op
moet houden. Het doet plezierig aan te vernemen
dat Breda over enige weken de beschikking zal
krijgen over zo'n 20 hectare uitgifterijp indus
trieterrein in de Haagse Beemden. Dat biedt weer
iets meer mogelijkheden voor het te voeren acqui
sitiebeleid. Men kan over deze nota urenlange
verhalen houden, men kan over deze nota een enor
me discussie op gang brengen, zo ingewikkeld en
veelomvattend zijn de onderwerpen die u in deze
nota aan de orde stelt. De vragen die naar aan
leiding, van deze nota bij onze fractie waren ge
rezen zijn echter uitvoerig in de commissieverga
dering aan de orde geweest en ik heb er geen be
hoefte aan ze in deze raadsvergadering nog eens
te herhalen. Ik heb reeds gezegd dat wij het met
uw beleid eens zijn en dat wij er alle vertrouwen
voor de toekomst in hebben.