22 MAART 1976 612 hebben gekozen. Het is dus niet de bedoeling een nieuw beleid te formuleren, maar wel om het be staande beleid met behulp van de resultaten van het N.EI-onderzoek beter operationeel te maken. Ik kom daar zo nog eens op terug. Dat behoeft na tuurlijk niet uit te sluiten dat als resultaat van het onderzoek van het N.E.I. een beleidswij ziging wordt voorgesteld. Is dat het geval, dan komt het stuk uiteraard voorzien van een pread vies in uw raad. Wij hebben in ieder geval in de raad van commissarissen van de B.R.I.M. alvast afgesproken dat wij het college zullen informeren, ongeacht wat er uitkomt en ik mag aannemen dat het college het besluit neemt de commissie economische zaken van een en ander in kennis te stellen. Bo vendien neem ik aan dat het college zal besluiten dit ter kennis van de raad te brengen als het be leid niet wordt gewijzigd en een preadvies daar over uit te brengen als dat wél het geval is. De taak op het gebied van werkgelegenheid wordt eigenlijk niet bemoeilijkt zoals de heer Suurmeijer het uitdrukt -- indien het woongebied Haagse Beemden wordt gerealiseerd. De situatie ligt eigenlijk iets anders, ook in het geval dat het woongebied Haagse Beemden niet zou worden ge realiseerd. Dat betekent ruimtelijk ordenend een druk op de suburbane situatie in de omtrek van Breda, met een vrijwel gelijkblijvende druk op de werkgelegenheid in de gemeente Breda. De werkge legenheidssituatie en het verzorgingsniveau zijn hier namelijk van dien aard dat wij dan toch op een toename van de pendel zullen moeten rekenen. Dat maakt cijfermatig als zodanig erg weinig ver schil De heer SUURMEIJER: Misschien is een korte toelichting toch nog noodzakelijk. Ik doel niet zozeer op hetgeen ik nu van de wethouder te horen krijg, maar meer op de onbekendheid van de secto ren waarin deze mensen in de toekomst te werk moeten worden gesteld, een en ander in verhouding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 612