22 MAART 1976 618 verhoogd. Het Sportfondsenbad in de Vierwinden- straat geeft een abonnement van 99,voor een half jaar, 147,50 voor een heel jaar en 33, voor een maand. Wij vinden als C.D.A. dat er alles aan gedaan moet worden om wat meer gelijklopende tarieven te krijgen, zeker wanneer deze tarieven voor de individuele gebruikers gelden. Wij hebben dan ook in verschillende steden geïnformeerd hoe de tariefstelling tot stand is gekomen. Ons is ge bleken dat er een mogelijkheid moet zijn om een zogenaamd "passepartout" in te stellen, waar men voor een jaar een bepaald bedrag voor betaalt en waarmee men in ieder zwembad tegen een kleine bij betaling kan zwemmen. Daarnaast bestaat ook de mo gelijkheid om in gezinsverband zo'n passepartout aan te schaffen, waarop dan ook nog eens een be paalde reductie wordt gegeven. Met dit passepar tout is het mogelijk in ieder zwembad van Breda in gezinsverband te gaan zwemmen. Ongetwijfeld zult u zeggen dat dit misschien wel mogelijk zou zijn, maar dat wij in Breda zitten met vier zwem baden: twee die rechtstreeks onder de verantwoor delijkheid van de gemeente Breda ressorteren en twee die onder de verantwoordelijkheid van de N.V. Sportfondsenbaden vallen. Ik heb echter begrepen dat ook hier een passepartout en een gezinspasse- partout middels een goed opgezette administratie mogelijk zijn. Welke mogelijkheden zijn er dan? Wij hebben daarvoor een aantal voorbeelden. Wij hebben de gegevens van een zwembad dat al een aan tal jaren ervaring op dit gebied heeft opgedaan. De tariefstelling is daar: van 4 tot 18 jaar 10,— voor een passepartout en vanaf 19 jaar 20,-voor een passepartout. Om van één der zwembaden gebruik te kunnen maken betaalt men 1,— bij. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor gezinspassepartoutsdie ook een goede reductie geven. Een ander voorbeeld: zwemmen tot 6 jaar gratis; van 6 tot 13 jaar 7,50 voor een passe partout en voor ouder dan 13 jaar 10,voor een passepartout. De toegang tot ieder zwembad is dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 618