22 MAART 1976
622
onderzoek wordt ingesteld ter stimulering van het
particulier zwemmen in de maanden juli en augustus.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik zie straks nog
wel kans de motie te lezen en ik zal eerst maar
met de beantwoording van de heer Lambregts begin
nen. Ik ben het met hem eens; aan de begroting,
op basis met het zwembad aan de Oosterstraat is
gestart, kleven dingen die voorkomen hadden kun
nen worden en dat zijn typisch de drie dingen die
hij opsomt. Dat is gewoon zo, maar beter ten hal
ve gekeerd dan ten volle gedwaald. Bovendien leek
het mij ook niet netjes een en ander af te schui
ven op allerlei externe oorzaken die misschien
wel te vinden zouden zijn geweest. Ik heb gewoon
concreet willen aangeven waar het aan ligt en wij
zullen inderdaad proberen in de toekomst te voor
komen dat dergelijke fouten worden gemaakt.
De heer Lambregts heeft terecht geconstateerd
dat het instructiekarakter van dit bad vooropstaat
en dat het recreatief zwemmen eigenlijk gebeurt in
die uren, waarin men zeker weet dat men het bad
voor het schoolzwemmen niet nodig heeft. Dat leidt
tot versnippering; het zij zo. Nagegaan kan worden
of de situatie in juli en augustus via een tienba-
denkaart kan worden opgevangen, maar het lijkt mij
op zich een heel redelijke suggestie te bezien of
wij in die periode wat meer aan het recreatieve
karakter van het bad kunnen doen.
Door de heer Gielen is het passepartout ten
tonele gevoerd. Ik schrok eerst een beetje toen
ik punt 1 hoorde, waarin wordt voorgesteld de mo
gelijkheid van het realiseren van een passepartout
te bekijken. God zij dank staat in de motie echter
ook nog een derde punt, "wanneer e.e.a. niet moge
lijk is de raad daarover vroegtijdig te informe
ren" Ik interpreteer dat in die zin dat u van de
kant van het college een onderzoek wilt zien naar
de mogelijkheden om zo'n passepartout in Breda in
te voeren. Als het antwoord positief is merkt u
dat wel bij de begroting 1977 en als het antwoord