19 JANUARI 1976 63 als: alles laten zoals het is, waaruit naar zijn me ning blijkt dat wij de nota niet goed zouden hebben gelezen. Uit de stroom van reacties van onze kant en uit de dingen die wij op papier hebben gezet, is echter naar ik meen gebleken dat wij de nota wel de gelijk goed hebben gelezen, maar dat de essentie van de meningsverschillen in een verschil van maat schappijvisie is gelegen. Op de politieke scheiding en de politieke bedoeling van de nota is de wethou der overigens in het geheel niet ingegaan. "Alles laten zoals het is" wil niet zeggen dat er niet be paalde ontwikkelingen op gang komen en dat men geen permanente educatie of kunstzinnige vorming kan op zetten. De hoofdzaak wordt echter gevormd door de vraag waar deze ontwikkelingen op stoelen en waar zij naartoe leiden. Pas wanneer daarover duidelijk heid ontstaat, kan men zeggen dat er een ontwikke- lings- of een bewegingsbeleid wordt gevoerd. Wij menen dat op het ogenblik in grote trekken wel degelijk alles wordt gelaten zoals het nu is, omdat de hele faqade van het cultuurgebeuren met haar schouwburg, haar museum en haar "Beyerd" over eind wordt gehouden, zonder dat die muren worden af gebroken en pogingen worden gedaan om de cultuur nu juist naar de grpepen te brengen die er steeds van verstoken zijn geweest. In de afgelopen maanden heb ik een artikel gelezen van een Belg, genaamd Olieslager, die een onderzoek had ingesteld in Turn hout, een plaats niet zo ver van Breda. Uit het on derzoek is gebleken dat het percentage van de over heidsgelden van de gemeente Turnhout, dat werkelijk aan de ter plaatse aanwezige arbeidersgroeperingen werd besteed, minimaal was in vergelijking met de groep mensen met een hoger inkomen. De groep van arbeiders, van de mensen onderaan de ladder van de maatschappij, kwam eenvoudig niet aan de bak. Het karakter van de notities heeft een enigs zins moeilijk aspect gekregen. Van het begin af aan maakten de notities de indruk van een nota, maar de wethouder heeft gezegd dat die nota geen defini-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 63