22 APRIL 1976
644
Wisselslag" een prachtig bad is, maar het is naar
mijn mening en naar de mening van de bewoners van
Noord te luxueus gebouwd waardoor de tarieven zó
hoog moeten worden opgeschroefd, dat het voor een
aantal mensen geen zin meer heeft nog in dit bad
te gaan zwemmen. Dit is de situatie die mij ver
ontrust. In deze raad heb ik steeds over dit on
derwerp het woord gevoerd en ik heb met mijn der
tien fractiegenoten altijd tegen de meerderheid
van de raad moeten opboksen. Ik vertolk hier de
gevoelens van een groot aantal bewoners, van wie
via de opbouwraad ongetwijfeld binnenkort vele
handtekeningen zullen worden aangeboden. Overi
gens heeft de heer Koertshuis over de opbouwraad
Breda-Noord enkele opmerkingen gemaakt, die hij
dan maar met de opbouwraad zelf moet bespreken.
De bewoners zijn er verontrust over dat de wet
houder volgens het persbericht evenals de heer
Kramer heeft gezegd dat pas in 1977 na het lopen
de zwemseizoen inzicht bestaat in het aantal ver
kochte abonnementen en het aantal bezoekers. Zo
als ik al vaker heb gezegd hoop ik dat ik de
plank missla, maar als men een nieuw bad opent
moet men naar ik meen proberen de tarieven de
eerste twee jaar zo laag mogelijk te houden om
het bezoek aantrekkelijk te maken. Daar heeft het
aan ontbroken, men heeft niet naar ons willen
luisteren en dat is te betreuren. Zonder verder
nog op de tarieven in te gaan, wil ik besluiten
met woorden die de heer Van Asseldonk enkele
maanden geleden aan het adres van onze fracties
heeft gebruikt: ik heb "balen" van de hele ta
riefstelling voor "De Wisselslag".
Wethouder VAN GRAAFEILANDAls ik het ergens
hartgrondig mee eens ben, dan is het wel met de
laatste woorden van de heer Martens: van de ta
rieven voor "De Wisselslag" heb ik mateloos balen
De heer MARTENS: In andere zin, neem ik aan!
Wethouder VAN GRAAFEILAND: In dezelfde zin