645 22 APRIL 1976 als u. Allereerst wil ik een eventuele misvatting wegnemen. Ook wij streven ernaar een bad te bou wen dat een zo groot mogelijke functie vervult in het welzijnsbeleven van een ieder die er gebruik van zou willen maken. Men kan niet, zoals de heer Beckers doet, zeggen dat met betrekking tot dit bad of andere baden exploitatieuitkomsten en ren dement bij uitsluiting het argument vormen op ba sis waarvan tariefstelling plaatsvindt. Dit is geenszins het geval, zoals overigens de heer Bec kers weet. Hij weet dat de gemeente Breda voorziet dat het tekort op de exploitatie van "De Wissel slag" voor 1976 tot een bedrag van ongeveer 300.000,zal leiden. Dit betekent dat er van rendement geen sprake is. Daarnaast is bij de vaststelling van de ta rieven in februari door het college zeer nadrukke lijk de heer Kramers heeft erop gewezen -- aan gegeven dat men in een beginfase niet precies weet wat men doet en of men zich r?et een bepaalde hoog te van de tarieven niet een beetje in de vingers snijdt. Aangevoerd is dat men eerst een periode moet afwachten om te weten hoe de situatie zich aan het voltrekken is. Ik weet op dit ogenblik niet precies hoeveel abonnementen er verkocht zijn; het is mij wèl bekend dat het bezoek aan het bad ten opzichte van hetgeen werd verwacht wat tegen valt. Het is alleen de vraag of dat een direct ge volg is van het tarief. De heer JONGENEEL: De wethouder zegt dat het bezoek "wat tegenvalt" maar ik vind dat maar heel vaag. Ik meen dat de wethouder in de raad getal len zou moeten noemen. De opmerking van de wethou der is mijns inziens erg beperkt. De VOORZITTER: U moet wel bedenken dat het onderhavige onderwerp door een ordevoorstel ter tafel is gekomen. De heer JONGENEEL: De wethouder heeft er meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 645