647 22 APRIL 1976 tarieven van dit zwembad te wijten zou zijn. Men kent de tarievenvergelijking die wij een- en an dermaal zowel voor de baden in Breda als voor de baden daarbuiten aan de leden van de commissie hebben verstrekt. Het beeld dat deze vergelijking oplevert leidt er bepaald niet toe dat men tot de conclusie zou moeten komen dat er voor het combi- bad in Breda excessieve tarieven worden gevraagd. Dit is niet het geval: de tarieven liggen op een normaal niveau dat ook in andere gemeenten ge bruikelijk is. Op dit ogenblik wil ik mij dan ook geheel aansluiten bij de opmerkingen die de heren Kramer en Koertshuis hebben gemaakt. Wij moeten vooralsnog niet tot een tariefwijziging voor het gebruik van "De Wisselslag" overgaan, zodat ik de raad de aanvaarding van de motie ontraad. In de brief van het secretariaat van de op- bouwraad Breda-Noord zit een fout. In één van de laatste alinea's staat dat een tekort van 400.000,op de begroting van "De Wisselslag" zal worden verhaald via de tarieven, hetgeen on juist is. Wij denken met de totale kaartjesver koop een bedrag van 220.000,aan inkomsten te bereiken, terwijl wij met een tekort op het bad van 300.000,te maken hebben. De inkomsten bedragen derhalve minder dan de helft van wat de exploitatie van het bad kost. Naar mijn mening is er dan sprake van sociale tariefstelling. De heer BECKERS: De magische woorden "sociaal tarief" zijn dan toch weer gevallen. Ik geloof niet dat het zin heeft daarop in te gaan, hoewel dit natuurlijk wel het sleutelbegrip is. Reeds enkele maanden bakkeleien wij in deze raad over de vraag of het uitgangspunt moet worden gevormd door de kwaliteit van het gebodene de heer Mar tens heeft al gewezen op de hoge luxegraad die het geheel onnodig duur maakt of dat wij moe ten uitgaan van wat de mensen redelijkerwijs kun nen betalen. De heer Koertshuis is met enkele re kensommetjes gekomen die de zaak dusdanig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 647