22 APRIL 1976 648 bagatelliseren, dat het ernstige probleem wördt ontkracht. Evenals de heer Martens betreur ik de ze gang van zaken. De wethouder heeft gesproken over een ver plichting ten opzichte van de hogere overheid, die ons noodzaakt een bepaald tekort niet te over schrijden. Misschien kan hij iets concreter aange ven om welke verplichting het hier gaat. Zoals de heer Martens in eerste termijn al heeft gedaan, zou ik er nog eens voor willen pleiten juist in een beginperiode van onzekerheid een lager tarief te hanteren, zodat de "loop" naar het bad erin komt. Men moet niet beginnen met tarieven die ho ger liggen dan waar in Breda of de naaste omgeving ook maar, maar men moet een aantrekkelijk start tarief hanteren. Ik dit verband zou ik de wethou der willen vragen wat de resultaten zijn geweest van de bliksemactie met betrekking tot het gratis toegankelijk maken van het bad gedurende een be perkt aantal keren. In het geval van de jeugdbi bliotheek heeft de gratis openstelling een enorme groei van het gebruik en het bezoek teweeg ge bracht. Ik ben zeer teleurgesteld, vooral door de woorden van de heer Koertshuis maar ook wel door de opmerkingen van de heer Kramer, die deze feite lijk ontoelaatbare toestand voor een jaar wil con tinueren, ook al heeft dit zowel psychologisch als financieel voor de mensen ernstige gevolgen. In het verleden heeft de meerderheid van de raad reeds het zwembad "Het Ei" gesloten en nu is ook "De Wisselslag" voor een aantal mensen ontoeganke lijk. Met betrekking tot de zwembaden kan men naar ik meen in Breda langzamerhand van een noodsitua tie spreken. Ik geloof niet dat het, gezien de af stand, juist is de mensen naar "Wolfslaar" te ver wijzen en men mag er naar ik meen evenmin van uit gaan dat zij maar van de clandestiene mogelijkhe den in het gebied van de Galderse Meren gebruik moet maken. Het optreden van de heer Koertshuis is mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 648