22 APRIL 1976 650 de stad de behoefte aan het zwembad erg groot is. Het is daarom des te tragischer dat een hoog ta rief het feitelijk gebruik voor een grote groep onmogelijk maakt. Ik kom op dat punt tot een ge heel andere opvatting dan de heer Koertshuis. E- venals de heer Martens zou ik de opmerkingen van de heer Koertshuis aan het adres van de opbouwraad voor rekening van de heer Koertshuis willen laten. Ik geloof niet dat de opbouwraad bezig is actie tegen de gemeente of tegen "De Wisselslag" te voe ren; mijns inziens functioneert de opbouwraad te recht als kanaal voor onrust en ongenoegen in de wijk Breda-Noord en verstaat hij zijn taak op de juiste manier. De wethouder en de andere fracties zou ik willen vragen op korte termijn ons voorstel tot herziening van de tarieven serieus te bekijken en, alvorens het voorstel wordt afgewezen, te bereke nen wat het voor financiële consequenties zou hebben. De wethouder is bijvoorbeeld niet ingegaan op mijn veronderstelling dat een lager tarief een hoger bezoek tot gevolg zou kunnen hebben, met uiteindelijk een gunstiger exploitatieresultaat. De heer KRAMER: Gehoord de mening van het college en wetende dat ook onze verontrusting genoemd in de motie reeds eerder door onze fractie is gesignaleerd, komen wij met zekerheid en goed voorbereid op de juiste tijd en plaats op deze materie terug. In dit verband heeft de C.D.A. -fractie op dit ogenblik geen behoefte aan de mo tie. De heer KOERTSHUIS: In tweede instantie zal ik voornamelijk onze mening over de motie ge ven, aangezien de heer Beckers in tweede instan tie niet veel méér heeft gezegd dan in eerste instantie. Hij heeft gezegd dat de V.V.D. niet moet bagatelliseren door over een bedrag van 0,50 te spreken. Ik wijs erop dat er geen spra ke van bagatelliseren is en dat het bedrag van 0,50 een gemiddelde is, geldend voor kinderen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 650