m
659 22 APRIL 1976
heid, dat voor het jaar 1976 - waarin in Haag
se Beemden nog niet wordt gebouwd - landelijk
slechts 5000 woningen volgens de onderhavige
regeling zullen kunnen worden gebouwd, wil het
ons voorkomen dat realisering van een aantal
woningen in deze gemeente in dit jaar niet te
verwachten is.
c. Wij vinden naast de bekendheid welke door het
ministerie via perspublicaties en dergelijke
aan de regeling is gegeven, geen aanleiding om
de mogelijkheden nog op andere wijze bekend te
maken.
Daarbij houden wij mede rekening met de nog
onzekere slagingskans in deze gemeente, zodat
animeren daarmede niet in overeenstemming zou
zijn.
Overigens is het informatiecentrum capabel om
aan gegadigden inlichtingen te verschaffen en
hen/haar naar de bevoegde instellingen te ver
wijzen.
VRAAG (d.d. 21-1-1976 ing. art. 40, 2e lid R.v.O.)
de heren Welschen en Hendriksen
Gesprekken met inwoners van Breda geven ons aan
leiding tot de volgende opmerkingen en vragen.
In Breda en waarschijnlijk in veel andere Neder
landse gemeenten wordt aan aanvragen voor hinder
wetvergunningen een betrekkelijk geringe bekend
heid gegeven. Bewoners en eigenaars van direct
belendende percelen worden direct aangeschreven,
andere omwonenden worden via een advertentie in
een plaatselijk blad of via een bekendmaking ter
plaatse van de aanvragende instelling op de hoogte
gesteld. De niet direct aangeschreven omwonenden
missen deze aankondiging vrijwel steeds, omdat ze
- nergens op verdacht - niet dagelijks de hele
krant napluizen of de hele stad uitkammen op moge
lijke openbare bekendmakingen. Vaak merkt men pas
dat er iets aan de hand is, wanneer de vergunning
is verleend en het project start. Men kan dan
slechts wat napruttelen. Deze situatie is ongunstig