22 APRIL 1976 664 1 april a.s. In deze gemeente heeft een overleg plaatsgevonden tussen huurders en verhuurders. 1Per welke datum is de overleggroep ingesteld en per welke datum kwam de overleggroep met haar advies? 2. Hoeveel maal heeft de overleggroep vergaderd? 3. Hoe was de samenstelling van de overleggroep? 4. Op welke manier kwam de vertegenwoordiging van de huurders tot stand? Door wie werden de huur ders aangewezen? 5Hoe was in het algemeen de ervaring van de huurders in de overleggroep? Was er sprake van evenredigheid tussen de vertegenwoordigers van de verhuurders en de huurders? 6. Deden zich in de overleggroep grote problemen voor bij het waarderen van de woonvorm, de kwa lificatie van de wijk en de waardering van de ligging van de woningen binnen de wijk? 7. Wat was het advies van de overleggroep? 8. Was het advies van de overleggroep unaniem of verdeeld? 9. Op welke wijze is aan het resultaat van de over leggroep bekendheid gegeven? 10.Heeft het college nog plannen om deze overleg groep een permanent karakter te geven? 11.Heeft het college het vragenformulier reeds in gevuld teruggestuurd? Zo ja, kunt U dan aange ven welke de bevindingen zijn, die door het college aan het ministerie zijn gerapporteerd? 12.In verband met het dringende karakter van deze aangelegenheid, verzoeken wij U deze vragen met voorrang te willen behandelen. ANTWOORD Onderstaand de antwoorden op de bij Uw bovenaan gehaald schrijven gestelde vragen: 1. 3 december 1975 en 6 januari 1976. 2Twee keer 3. wethouder J.P.A. van Dun, voorzitter chef afdeling stadsontwikkeling, secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 664